Risicovol spelen vorm: Spelen met snelheid
Spelen met snelheid is leuk, en ook goed voor de ontwikkeling van je kind. Hoe kun je je kind hierin het beste begeleiden? In dit artikel geven we een paar tips en adviezen.
Bij spelen met snelheid versnellen kinderen hun eigen lichaam, al dan niet met een hulpmiddel. Dit kan op veel verschillende manieren. Hieronder vind je enkele voorbeelden. Daar staat ook een leeftijdsindicatie bij. Maar ieder kind is anders, dus kijk altijd goed naar je kind en bepaal daarna wat jouw kind wel of niet kan.
Voorbeelden van spelen met snelheid
Voor de kleintjes (tot 4 jaar):
- Laat je kind lekker (hard) rond rennen.
- Pak de loopfiets of driewieler erbij.
- Schommelen; steeds hoger en harder.
Voor de wat grotere kinderen (vanaf 4 jaar):
- Van een heuvel afrennen of fietsen.
- Schommelen; steeds hoger en harder, met twee op de schommel, de schommel ronddraaien en dan terugdraaien, staan op de schommel.
- Skaten en skateboarden. Kunnen ze dit al goed, dan kun je het wat moeilijker maken door een kleine schans te maken.
- Hard fietsen en steppen. Ook hier kun je een schansje maken.
- Schaatsen.
- Aardappel rennen; dit heerlijke oud Hollandse spel is zeer geschikt voor het leren van hand-oog coördinatie en inzicht in snelheid.
Goede voorbereiding & begeleiding
Risicovol spelen betekent niet dat je je kind helemaal laat gaan. Natuurlijk is begeleiding belangrijk. Kijk daarbij goed naar je kind en pas je begeleiding hierop aan.
- Leren doe je met vallen en opstaan. Helemaal bij skeeleren, skateboarden, steppen en fietsen. Het dragen van pols- en elleboogbeschermers zijn daarom geen overbodige luxe. Datzelfde geldt voor een helm.
- Laat je kind eerst op een rustige plek oefenen.
- Natuurlijk kun je je kind ook een training of les laten volgen.
- Als je kind is gevallen, help je kind dan snel weer op de fiets of step. Zodat je kind geen angst ontwikkelt.
Lees ook onze informatie over veilig skaten en steppen.
Voordelen van spelen met snelheid voor je kind
Spelen met snelheid is goed voor:
- de fysieke fitheid
- de motorische vaardigheden
- het ruimtelijk inzicht
- het inschatten van diepte en snelheid
- het zelfvertrouwen