Kinderstoel
Kinderstoelen zijn te koop in veel verschillende modellen: met en zonder babyzitje, met en zonder eetblad, inklapbaar of niet. Kinderstoelen worden vaak gebruikt, vooral tijdens het eten. Dat gebeurt tot een kind een jaar of drie oud is. Een meegroeistoel gaat nog veel langer mee. Hoe gebruik je deze stoelen op een veilige manier?
Het is belangrijk dat een kinderstoel stevig staat en niet kan kantelen
Test in de winkel of een kinderstoel stevig is. Doe dit door tegen de stoel aan te leunen. Doe dit van alle kanten: voorkant, zijkanten en achterkant. Let verder ook op de volgende punten:
- Koop een kinderstoel die voldoet aan de Europese veiligheidsnorm (EN-14988).
- Heeft de stoel een eetblad? Controleer of het eetblad stevig vast zit, zodat je kind het blad niet kan losmaken.
- Kun je de stoel inklappen? Controleer of dit goed beveiligd is. Dit betekent dat je twee dingen tegelijk moet doen om de stoel in te klappen, bijvoorbeeld een knopje indrukken en tegelijkertijd duwen. Dit zorgt ervoor dat de stoel nooit onverwacht inklapt terwijl je kind erin zit.
Zet je baby niet te lang een kinderstoel
Er zijn steeds meer kinderstoelen te koop waar een baby al vanaf enkele weken in kan ‘zitten’. Bij sommige kinderstoelen zit een speciaal babyzitje. Andere stoelen hebben een zitje met een ligstand. Laat je baby niet te lang in een kinderstoel (met babyzitje) zitten, dat is te vermoeiend. Ook later is het niet verstandig om een baby te lang in een kinderstoel (met babyzitje) te zetten. Dat is niet goed voor de ontwikkeling van de wervelkolom en de motoriek. Dit geldt ook voor autostoeltjes.
Houd je aan de volgende adviezen:
- Zet een baby niet langer dan 1 uur achter elkaar in een wipstoel of autostoel.
- Zorg dat je baby bij elkaar opgeteld niet langer dan 2 uur per dag in een kinderstoel of autostoel zit.
Leg je baby zoveel mogelijk in de box of op een kleed als het wakker is. Vooral in de eerste weken is dit belangrijk. Zo geef je je baby alle ruimte om te bewegen en te ontdekken.
Zet je kind altijd vast met de gordel
Als er een ongeluk gebeurt met een kinderstoel, is dat meestal omdat het kind uit de stoel valt. Het is dus belangrijk om je kind altijd vast te zetten met een gordel. De gordel zorgt ervoor dat je kind niet kan gaan staan in de stoel en er dus niet uit kan vallen. Let daar dus op als je een kinderstoeltje koopt:
- Heeft de kinderstoel een gordel die om de heupen van je kind past? De gordel moet van zacht, stevig materiaal zijn en mag niet in de huid snijden.
- Kun je de gordel makkelijk openen en dicht doen? Probeer dit uit in de winkel. Als dit niet makkelijk kan, is de kans groot dat je de gordel niet gebruikt.
- Een veilige kinderstoel heeft een gordel met een kruisband. De kruisband voorkomt dat je kind onder de gordel uit glijdt en zo uit de kinderstoel valt. In het ergste geval kan hij bekneld raken tussen de zitting en het tafelblad.
Andere tips om vallen te voorkomen
- Gebruik een stoelverkleiner als de kinderstoel nog wat te groot is. Zo voorkom je dat je kind niet stevig zit en wegglijdt.
- Laat een kind nooit in alleen in de stoel, zelfs niet als het in de gordels zit.
- Zit er een voetsteun aan de stoel? Zorg ervoor dat de voetjes wel steun hebben, maar dat je kind er niet op kan staan. Kun je de voetensteun niet verstellen? Kijk dan of je de steun van de stoel af kunt halen.
- Zet de kinderstoel zo neer dat je kind zich niet tegen de tafel of muur kan afzetten. Als je kind zich afzet, kan de stoel omvallen.
Tips om een hangstoeltje veilig te gebruiken
Een hangstoeltje is een kinderstoel zonder poten die je aan tafel hangt. Een paar praktische tips:
- Bevestig het hangstoeltje op een schone en droge tafel. Gebruik geen tafelkleed of placemat.
- Let op het maximale gewicht. Volg de gebruiksaanwijzing van het stoeltje.
- Controleer elke keer of het hangstoeltje goed vastzit aan tafel. Controleer dit door even aan de achterkant van het stoeltje te trekken.
- Hang het hangstoeltje in het midden van de tafel, tussen de tafelpoten in.