Geef je kind ruimte om te bewegen!

Natuurlijk, bij het ene kind gaat de ontwikkeling wat sneller dan bij het andere kind. Ieder kind volgt een eigen tempo. Maar elk kind doorloopt een aantal vaste mijlpalen, zoals omrollen, kruipen, zitten, optrekken tot staan en lopen. En wat opvallend is: het leren van nieuwe dingen gebeurt vooral tijdens spontane activiteiten, bijvoorbeeld tijdens het spelen.

Een prachtig proces, maar ik maak me wel zorgen. En ik ben niet de enige. Uit onderzoek blijkt dat de motorische ontwikkeling van kinderen minder snel verloopt dan een paar jaar geleden. Kinderen gaan gemiddeld op een latere leeftijd lopen en leren minder snel om hun evenwicht te bewaren. Op zich is dat niet erg, als kinderen deze achterstand later inhalen. Maar dat gebeurt helaas niet. Want de ontwikkeling gaat niet alleen langzamer, onderzoekers hebben ook ontdekt dat kinderen van nu minder goed bewegen dan hun leeftijdsgenootjes van vroeger. En dit verschil wordt alleen maar groter.

Onderzoek laat zien dat kinderen op snelheid, behendigheid, kracht en lenigheid minder goed scoren dan een paar jaar geleden. In dit onderzoek werden de scores van 1.500 basisschoolkinderen uit 2015 en 2017 vergeleken met de scores van 2.000 basisschoolkinderen (10-12 jaar) uit 2006. Opvallend is dat ze wel een betere oog-/handcoördinatie hebben dan in 2006. Waarschijnlijk komt dit doordat kinderen tegenwoordig veel meer met de (spel)computer en mobiele telefoon spelen.

Kinderen die motorisch minder handig zijn, vallen vaker. En dat is een zorgelijke ontwikkeling. Doordat ze minder lenig zijn en minder kracht hebben, kunnen ze een val ook minder goed opvangen. Ze lopen daardoor meer kans om zich te bezeren en bijvoorbeeld hun arm of been te breken na een ongelukkige val.

Het vervelende is dat kinderen die minder goed bewegen, ook onzeker worden en het minder leuk vinden om te spelen en te bewegen. En dat maakt het probleem alleen nog maar groter, want juist voor deze groep is meedoen heel belangrijk!

Het is enorm belangrijk om je kindje van jongs af aan de ruimte te geven om zich (motorisch) te ontwikkelen. Dat begint al een paar dagen na de geboorte met ‘tummy time’: buikligging. Door je baby elke dag een paar keer even op de buik te leggen, leert je kindje het hoofdje optillen en zich met de armpjes opdrukken. Later gaat je kind vanuit deze houding tijgeren en kruipen. Sommige baby’s vinden het de eerste paar keer niet leuk op hun buik. Laat je niet afschrikken door een huiltje, het is even wennen voor ze.

Een tweede punt van aandacht is, dat je baby ruimte nodig heeft om te bewegen. Ik zie zo vaak een baby in de box liggen, met heel veel speelgoed en knuffels eromheen. Dat staat heel schattig, maar ze kunnen geen kant op.

Ook stoeltjes zijn heel populair. Maar jonge kinderen zitten teveel in stoeltjes, denk aan de autostoel, de kinderwagen, een babyinzet op de kinderstoel. Dat is soms handig om eten te geven, maar niet verstandig om je kindje daar te lang in te laten zitten. In een stoeltje kunnen kinderen niet genoeg bewegen.

En als je kind beweeglijker wordt en de box te klein wordt, is het verstandig dat je zorgt voor een baby-proof huis. Een huis waar je kruipende dreumes de wereld kan ontdekken, zonder grote risico’s. Natuurlijk stoot je kind een keer het hoofd. Dat is niet erg, die ervaring neemt je kind mee voor de volgende keer. Maar ernstige ongelukken wil je natuurlijk voorkomen. 

Je kind leert niet sneller lopen met een loopstoel, dat is een groot misverstand. De kans bestaat zelfs dat een loopstoel de ontwikkeling vertraagt. Bovendien gebeuren er veel ongelukken met loopstoeltjes. 

Wil je meer weten over loopstoeltjes, lees dan dit artikel.