Tips en advies
Aanhangfiets: voor lange stukken fietsen met je kind
Kan jouw kind al wel goed meetrappen op de fiets, maar nog geen lange stukken fietsen? Dan is de aanhangfiets perfect! In dit artikel lees je er meer over. Ook krijg je een hoop handige tips.
Een aanhangfiets hangt als een soort tandem achter jouw eigen fiets. Een veilige oplossing als je kind wel kan meetrappen, maar nog niet zelf (langere stukken) kan fietsen. Een aanhangfiets is geschikt voor kinderen vanaf 4 of 5 jaar tot ongeveer 8 jaar (dat ligt aan het soort aanhangfiets dat je gebruikt).
Twee soorten aanhangfietsen
Er zijn twee soorten aanhangfietsen:
- een ‘halve’ fiets met een stang naar de trekfiets op de plek van het voorwiel
- een systeem waarmee je een gewone kinderfiets vastmaakt aan een grote fiets. Het voorwiel van de kinderfiets wordt daarbij opgetild.
Tips als je een aanhangfiets koopt
- Zorg ervoor dat je eigen fiets, waarmee je de aanhangfiets trekt, veilig is.
- Zorg voor een goede verbinding tussen de fiets en de aanhangfiets. Let daarbij op trillingen en stevigheid.
- Zorg ervoor dat je kind net zo snel als jij kan trappen (door bijvoorbeeld versnellingen). Als je kind heel snel meetrapt, gaat de fiets teveel schudden en trillen.
- Zorg dat je kind goed op de aanhangfiets past (let op zadelhoogte, stuur en trappers).
- Zorg dat de aanhangfiets goed zichtbaar is: dat kan door een felle kleur, goede verlichting, reflectoren en een vlaggetje.
Tips als je een aanhangfiets gebruikt
- Neem de tijd om te wennen aan de fiets met aanhangfiets. Ga oefenen op een rustige plek.
- Remmen: de fiets kan eerder gaan slippen als je remt. Probeer daarom niet te hard te remmen.
- Sturen: door de extra lengte moet je ruimere bochten nemen.
- Extra gewicht: de fiets reageert langzamer bij remmen en wegrijden.
- Lengte: een fiets met aanhangfiets is lang! Let op bij vluchtheuvels en oversteken.
- Maak goede afspraken met je kind zodat hij niet plotseling afstapt (bijvoorbeeld om iets te pakken bij een stoplicht).
- Praat tijdens het fietsen met je kind over wegrijden, remmen, bochten en hobbels. Doe dat zeker als je kind het stuur vaak loslaat of rustig om zich heen kijkt. Je kind is dan niet voorbereid op onverwachte bewegingen.
- Zet een spiegeltje op je stuur, zodat je je kind kunt zien.
Ook interessant voor jou
Deel deze pagina