(Moeder)fiets: neem je kind mee op een geschikte fiets

Jouw fiets moet geschikt zijn om je kind mee te vervoeren. Een ‘gewone’ stadsfiets is daar heel geschikt voor. Maar er zijn ook speciale, zogenaamde ‘moederfietsen’ en 'vaderfietsen' te koop. Deze fietsen hebben extra ruimte tussen het zadel en het stuur voor het kinderzitje.

Of je nu een moederfiets, vaderfiets of een gewone fiets hebt, deze gebruikstips zijn handig voor jou: 

• Zorg voor een stevige fiets en laat je fiets elk jaar nakijken door de fietsenmaker. Let op stevigheid van de fiets, remmen, de plek en de manier waarop je het fietsstoeltje vastmaakt en de afscherming van de wielen. 
• Zet het zadel wat lager, zodat je makkelijk met beide voeten bij de grond kunt. Vallen met de fiets komt namelijk vaak voor. 
• Zorg voor goede spaakafscherming: twee harde, plastic schermen die je tussen het voetensteuntje en het wiel vastmaakt. Je koopt ze bij de fietsenmaker. Let op: een jasbeschermer is geen voetbeschermer. 
• Probeer het fietsstoeltje uit met jouw kind erin. Kijk of de voetjes niet tussen de spaken kunnen komen. Bedenk dat kinderen snel groeien! Maak de spaakafscherming zó vast, dat die lang mee kan. En controleer dat regelmatig. 
• Een kinderzitje met alleen voetriempjes is niet genoeg. Gebruik ook voetbeschermers. 
• Laat je fiets nooit op de standaard staan als jouw kindje er nog op zit. Ook niet als je een brede standaard hebt. 
• Zorg dat de fiets niet om kan vallen terwijl je kind op de fiets klimt.Of terwijl je jouw kindje erop tilt. 
• Doe eerst de boodschappen op de fiets en daarna pas je kind(eren). 
• Denk eraan dat er extra gewicht op de fiets zit. Daardoor kun je langzamer remmen en wegrijden.