Ik wil mijn kind ondersteunen in een risicovolle situatie
Goed dat je aan de slag wilt om jouw kind (meer) risicovol te laten spelen! De activiteiten en tips op deze pagina helpen je in de uitdaging om jouw kind te ondersteunen in een risicovolle situatie.
Voor elke uitdaging hebben we activiteiten en tips geselecteerd waarmee je jouw kind (meer) risicovol kan laten spelen. Deze activiteiten zijn onderverdeeld in
en geschikt voor kinderen vanaf een leeftijd van 4 jaar.Bekijk hieronder vorm die jij en je kind leuk vinden. Dan krijg je van ons een leuke activiteit en handige tips om met je uitdaging aan de slag te gaan!
Kijk naar je kind!
Kijk naar je kind!
Om je kind te kunnen ondersteunen is het belangrijk dat je betrokken bent bij het spel, doe dingen voor en kijk naar je kind. Zo weet je wat je kind kan en wat hij nog moeilijk vindt.
1. Spelen op hoogte
Bij deze activiteit ga je samen met je kind een klimparcours maken.
Bouw samen met je kind een klimparcours waarbij de grond niet geraakt mag worden. Dit kan in de tuin, maar ook in de woonkamer. Laat je kind op het parcours klimmen en kijk hoe je kind stap voor stap leert om het hele parcours uit te lopen.
Tips
Tips
- Bij het klimmen in een boom, op een klimrek of een muurtje, is het belangrijk dat een kind er zelf op/in kan komen. Zo kan je kind namelijk ook weer zelfstandig naar beneden. Help je kind dus niet door hem ergens op te tillen.
- Als het geregend heeft, kan een boom of klimtoestel glad zijn. Laat je kind dan eerst uittesten of de boom of het klimrek niet te glibberig is om in te klimmen.
2. Spelen met snelheid
Bij deze activiteit ga je samen steeds hoger schommelen.
Ga met je kind naar een speeltuin met een schommel. Als er twee schommels zijn, ga dan samen schommelen. Als er één schommel is, laat je je kind eerst schommelen. Laat je kind vervolgens zien hoe het is om iets hoger te schommelen, dan ziet je kind hoe het gaat en dat het leuk is! Bovendien ervaar jij als ouder ook hoe het is en kun je beter inschatten wat de risico's zijn.
Als het goed gaat, kun je je kind steeds iets hoger duwen op de schommel.
Tips
Tips
- Wees extra alert met hele jonge kinderen in de buurt van een schommel, kleintjes realiseren zich nog niet dat een schommel telkens weer terugkomt.
- Heb je een ruime tuin? Overweeg dan een schommel in de tuin voor uren speelplezier! Plaats de kinderschommel zo in je tuin, dat er voldoende ruimte is voor de schommelbaan en zorg dat deze niet over een paadje gaat. Als ondergrond kun je het beste gras of los zand gebruiken. Houtsnippers of rubber tegels kan natuurlijk ook.
3. Spelen met gevaarlijke voorwerpen
Bij deze activiteit ga je samen met je kind timmeren. Bijvoorbeeld een vogelhuisje.
Ga met je kind timmeren, maak bijvoorbeeld een vogelhuisje. Zorg voor divers gereedschap, een grote en een kleine hamer, grote en kleine spijkers, en laat je kind kiezen wat hij gebruikt. Doe je kind voor hoe hij moet timmeren en laat je kind het vervolgens zelf doen. Kijk goed hoe je kind stap voor stap het huisje in elkaar timmert.
Tips
Tips
- Bij het gebruiken van een hamer is het beter om vaak zachtjes te slaan dan een paar keer hard (mocht je misslaan).
- Maak afspraken met je kind over het gereedschap (het mag niet rondslingeren) en laat spijkers niet uit het hout steken. Laat je kind niet op blote voeten spelen in verband met de spijkers en splinters.
4. Spelen op gevaarlijke plekken
Bij deze activiteit ga je samen met je kind broodjes bakken boven een vuurtje of barbecue.
Ga samen met je kind broodjes bakken boven een (kamp)vuurtje of bbq. Zorg voor lange stokken waar de broodjes op geprikt kunnen worden. Je kunt zelf deeg maken, maar kant-en-klare afbakbroodjes doen het ook heel goed. Doe je kind voor hoe hij het broodje boven het vuur moet houden. Laat je kind het vervolgens zelf een aantal keer doen.
Tips
Tips
- Laat kinderen geen synthetische jassen/kleding dragen wanneer ze een vuurtje maken. En lange haren bind je vast in een staart.
- Zorg ervoor dat er altijd een emmer water of zand klaar staat als je een vuurtje maakt.
5. Spelen uit zicht
Bij deze activiteit ga je met je kind oefenen om uit het zicht te spelen.
Ga met je kind naar een plek waar je hem kan laten spelen, terwijl jij wel in de buurt bent, maar niet in het zicht. Bijvoorbeeld een speelbos of speeltuin met een bankje op een plek, waarbij je niet de hele speelplek kunt overzien. Laat je kind spelen, terwijl jij aangeeft dat je 5 minuten op het bankje gaat zitten. Laat de tijd dat je weg bent steeds langer worden en kijk goed hoe je kind hier mee omgaat.
Tips
Tips
- Wijs duidelijke punten aan als grens van het speelgebied. Bijvoorbeeld niet verder dan de groene lantaarnpalen, het grote witte huis of tot het einde van de stoep. Hoe concreter deze grenzen zijn, hoe beter. De aanwijzing ‘niet te ver’ zegt kinderen vaak niet zo veel.
- Neem mogelijke situaties met je kind door en leg daarbij uit wat hij in dat geval zou kunnen doen. Bijvoorbeeld als een vreemde hem iets vraagt, komt hij altijd eerst naar jou toe om dit te vertellen. Als hij gevallen is, laat hij een vriendje naar je toe komen of vraagt een andere moeder om hulp.
6. Trek- en duwspelen
Bij deze activiteit ga je samen met je kind een leuk spel doen waarbij getrokken en geduwd wordt.
Stel aan je kind voor om een stoeispelletje te doen. Maak bij je kind en bij jezelf (of een vriend(innet)je) een ballon vast aan de enkel met een touwtje. Probeer elkaars ballon stuk te trappen. Speel in eerste instantie zonder regels en kijk hoe je kind het doet. Vind je kind het te ruw gaan en daardoor niet leuk, stel dan een regel op. Bijvoorbeeld dat je elkaar niet op de grond mag duwen.
Tips
Tips
- Heb je wel eens gedacht aan judo voor je kind? Judo is eigenlijk stoeien met regels.
- Ken de verschillen tussen stoeien en vechten. Bij stoeien wordt meestal gelachen, zijn gezichtsuitdrukkingen ontspannen en beginnen kinderen om de beurt met stoeien. Bij vechten is het gezicht en met name de kaak gespannen en domineert meestal één kind het spel.