Autostoel vastzetten met Isofix
Een veilige autostoel blijft stevig vastzitten, ook bij een botsing. Isofix is een systeem waarmee je de autostoel van je kind stevig vast kunt zetten in de auto. Wat houdt dit systeem in en hoe werkt het? Dat lees je in dit artikel.
Wat is Isofix?
Isofix is een internationaal systeem om eenvoudig, snel en veilig een autostoeltje in je auto vast te zetten. Zónder gebruik van de autogordel.
Auto’s met Isofix hebben speciale beugels tussen de rugleuning en het zitvlak van de bank. De beugels zijn verbonden met de carrosserie van de auto. Het autostoeltje of onderstel (basis) zelf heeft grijphaken. Die klik je makkelijk vast op de beugels.
Bij een baby- en peuterautostoel heb je altijd nog een derde bevestigingspunt nodig: een steunpoot of Top Tether-riem. Dit derde punt zorgt ervoor dat het autostoeltje niet kantelt bij een botsing.
- Een steunpoot zit aan het autostoeltje of het onderstel (basis) vast en rust op de bodem van de auto (zie rechterafbeelding)
- Een Top Tether-riem loopt van de bovenkant van het autostoeltje naar een bevestigingspunt achter in de auto (zie linkerafbeelding)
Bij een kinderautostoel (zitverhoger met of zonder rugleuning) kun je ook Isofix gebruiken. Zo blijft de autostoel goed op zijn plek. Hierbij heb je geen derde bevestigingspunt nodig.
Denk je erover om een Isofix-stoeltje te kopen? Of wil je weten hoe je hem moet installeren? Volg dan deze stappen.
Autostoel installeren met Isofix
Kijk eerst of je auto Isofix heeft. Dat staat altijd in de gebruiksaanwijzing van de auto. Je auto heeft Isofix als er in de bekleding van de bank een merkje zit met ‘Isofix’ of ‘i-Size ready’ erop (zie afbeelding hieronder).
Bijna alle auto’s vanaf 2006 hebben Isofix. Sinds november 2012 is Isofix verplicht bij nieuwe automodellen en sinds november 2014 moeten alle nieuwe auto’s Isofix hebben. Heeft jouw auto geen Isofix? Dan kun je dat vaak laten installeren.
Er zijn universele en niet-universele Isofix-autostoeltjes te koop.
Een niet-universeel Isofix-stoeltje mag je alleen gebruiken in bepaalde auto's. Die auto's staan op een lijstje dat je bij het autostoeltje krijgt. Het gaat dan bijvoorbeeld om stoeltjes met een steunpoot. De steunpoot kun je niet in elke auto gebruiken: de bodem van de auto moet vlak zijn en de steunpoot mag niet rusten op verborgen opbergvakjes in de vloer. Bij een botsing kan de poot door zo’n vakje zakken, waardoor de autostoel alsnog naar voren klapt.
Een universeel autostoeltje mag je alleen gebruiken in een auto met Isofix én een Top Tether-bevestigingspunt. Oudere auto’s met Isofix hebben soms nog geen Top Tether-punt.
Let op de volgende dingen als je het autostoeltje vastmaakt met Isofix:
Klik de haken stevig vast
Zorg dat allebei de haken goed vastzitten. We zien vaak dat dit niet gebeurt. Om dit te controleren, kun je de voorkant van de stoel of het onderstel (de basis) naar links en rechts bewegen. Zo voel je of de haken echt goed vastzitten. Controleer dit regelmatig. Sommige autostoeltjes hebben een indicator (rode controlestreep) aan de zijkant. Wordt die groen? Dan zit het autostoeltje goed vast.
Gebruik een derde bevestigingspunt
Vergeet niet het derde bevestigingspunt te gebruiken: een steunpoot of een Top Tether-riem. Zorg dat de steunpoot stevig op de bodem van de auto staat. Op sommige steunpoten zit ook een indicator (rode controlestreep). Wordt die groen? Dan staat de steunpoot stevig.
Zo ga je veilig op pad!