Veilig in de kinderautostoel

Een kinderautostoel zorgt ervoor dat je kind hoger komt te zitten, zodat de autogordel goed past. Deze stoel is geschikt voor kinderen van 100 tot 135 cm (soms zelfs tot 150 cm) of tussen 15 en 36 kg, afhankelijk van de veiligheidsnormen op het stoeltje. Het maximale gewicht of de lengte staat op een sticker aan de zijkant van de stoel.

Kies een kinderautostoel met rugleuning 

Sommige kinderautostoelen hebben geen rugleuning en worden zitverhogers genoemd. Een stoel met rugleuning beschermt je kind beter bij zijdelingse botsingen. De gordel loopt dan goed over het sleutelbeen en snijdt minder in de nek. Gebruik een zitverhoger (zonder rugleuning) pas als je kind zwaarder is dan 22 kg en groter dan 125 cm. De regels voor zitverhogers zijn sinds 2017 strenger geworden.

Zet je kind op de achterbank 

Zet je kind altijd op de achterbank van de auto, want dat is het veiligst. Als je kind toch voorin moet zitten, zet dan de airbag uit. Bij een ongeluk kan de airbag namelijk hard tegen je kind slaan en verwondingen veroorzaken. Kun je de airbag niet uitschakelen, schuif de bijrijdersstoel dan zo ver mogelijk naar achteren.

Zet de autostoel en je kind goed vast

Zet de autostoel goed vast en zorg ervoor dat de autogordel goed over het sleutelbeen van je kind loopt. Onderzoek toont aan dat bij 4 op de 10 kinderen de gordel niet goed zit. Lees onze tips voor het goed vastzetten van je kind in de auto. 

Kinderen moeten volgens de wet tot 135 cm in een autostoel zitten, in het buitenland zelfs tot 150 cm. Als je kind langer is, controleer dan eerst of de autogordel goed over het sleutelbeen loopt zonder in de nek te snijden. Als dit goed gaat, kan je kind veilig zonder autostoeltje in de auto zitten, maar wel altijd met de gordel om. Als de gordel nog niet goed zit, blijf je kind dan in de kinderautostoel vervoeren. Dat is veel veiliger.